Spektakelkunst.

januari 2018

De naakten van Peter Paul Rubens (Vlaams, 1577-1640) zijn spreekwoordelijk. We betitelen een mollige vrouw immers als een ‘Rubensvrouw’. Maar waarom noemen we haar eigenlijk niet een ‘Michelangelo vrouw’? Michelangelo staat toch bekend als de man die de Sixtijnse kapel – de pauselijke privékapel nota bene- vol met aanstootgevend naakt heeft geschilderd?

Zowel Michelangelo als Rubens baseren zich op beelden uit de klassieke oudheid, maar hun benadering is fundamenteel anders. Daar waar Michelangelo de klassieken wil evenaren en overtreffen, pakt Rubens het een eeuw later heel anders aan. Zijn naakten zijn vlezig, dartel, energiek en erotisch. Ze zitten vol leven en staan de kijker nabij. Bovendien krijg je de indruk dat de schilder zelf ook plezier beleeft aan het werk dat hij maakt. Dit alles zien we terug in Het feestmaal van Achelaos (afb. 1).

Afb.1. Het feestmaal van Achelaos, Peter Paul Rubens en Jan Brueghel, 1614-1615, detail. Metropolitan Museum of Art, New York.

Wat doet Rubens precies? Zelf zegt hij er in een handleiding voor jongere schilders het volgende over:

‘Ik ben er van overtuigd dat, om de hoogste perfectie te bereiken, men de klassieke beelden volledig moet kunnen begrijpen. Men dient ze zelfs te absorberen. Dat moet wel met een kritisch oog gebeuren om te voorkomen dat de lichamen van steen lijken.’ – De imitatione statuarum

afb. 2. Een veel door schilders -ook door Rubens- nagevolgd voorbeeld: de Venus van Knidos, Romeinse kopie van een Grieks origineel (4de eeuw v.c.).

Een schilder moet de klassieke beelden als uitgangspunt nemen (afb. 2.). Maar die moet zich wel goed bedenken dat ze van steen zijn. Om te voorkomen dat diens geschilderde naakten op stenen beelden gaan lijken, moet de schilder ze transformeren tot levende wezens van vlees en bloed, aldus Rubens.

Het feestmaal van Achelaos is een dramatische vertelling uit de Metamorfosen van Ovidius (1ste eeuw n.c.). Riviergod Achelaos legt aan de Griekse held Theseus uit dat zijn vroegere geliefde Perimele door Neptunus is veranderd in een eiland. Hij is haar kwijt, maar zij ligt nu wel voor eeuwig verankerd in de vaste omhelzing van de rivier. Rubens heeft het lustige gezelschap voor zijn rekening genomen, terwijl Brueghel zich uitleefde op het weelderige landschap en de kostbare tafelstukken.

Dit schilderij gaat over meer dan een stel bloteriken en hun bacchanaal. Rubens en Brueghel combineren hier klassieke kennis, atletische naakten, de wonderen der natuur – zoals Brueghel die op magnifieke wijze op de rotswanden verbeeldt – en door mensen gemaakte pronkstukken in een encyclopedische uitstalling voor een belezen opdrachtgever. Deze intellectuele benadering is wat dun, maar biedt een mooi zeventiende-eeuws excuus om naakte mannen en vrouwen in een erotische setting te schilderen.

Kathleen Nieuwenhuisen

* uit: college 4, cursus: Spektakel, revolutie en rede. Kunst van de zeventiende en achttiende eeuw.