Rafaël in/uit lockdown

augustus 2020

RAFAËL IN/UIT LOCKDOWN
Rafaello 1520-1483
Scuderie del Quirinale, Rome
2 juni – 30 augustus 2020
Catalogus (Italiaans), 543 pp, € 46 (Engelse vertaling oktober 2020).
* Verwacht: Raphael, The National Gallery, voorjaar 2022

Op 6 april 1520 bezwijkt de virtuoze Rafaël na acht dagen aan hevige koortsen. Naar verluidt is paus Leo X ontroostbaar. Volgens onderzoekers van de universiteit van Milaan lijdt hij aan een longziekte die op Corona lijkt en wordt het aderlaten de schilder fataal. Rafaël wordt 37 jaar. De tentoonstelling, die ter gelegenheid van zijn 500ste sterfjaar op 5 maart van start gaat in de Scuderie del Quirinale te Rome, duurt slechts 4 dagen: op 9 maart vaardigt de Italiaanse regering een verbod uit op elke openbare samenkomst om de verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan. Musea sluiten hun deuren. Rafaël gaat in lockdown met zijn nalatenschap.

Italië komt de Covid-19 crisis te boven. Op 2 juni, de oorspronkelijke sluitingsdatum, heropent ‘Raffaello 1520-1483’. Tot 30 augustus mogen bezoekers met mondkapje, om de vijf minuten in groepjes van zes tot acht personen naar binnen onder leiding van een gids, nadat handen en schoenen zijn gedesinfecteerd en de temperatuur is opgenomen. Elke vijf minuten geeft een elektronische gong de wisseling van één van de twaalf tentoonstellingsruimten aan. De tour duurt 80 minuten. Deze tijdspanne is nooit genoeg, maar wel een doordacht, praktisch en moedig middel tegen de dreiging van een dodelijk virus.

Rafaello 1520-1483, Scuderie del Quirinale, Rome.

Wat is er te zien? Het meeste van Rafaël’s werk dat ooit bijeen is verzameld: ruim 200 topstukken, waarvan 120 van de hand van de meester. Omdat de Scuderie zelf geen collectie heeft, zijn die werken afgestaan door 55 bruikleengevers, onder wie de Britse koningin Elizabeth. Het grootste deel, 49 werken, is afkomstig uit het Uffizi in Florence.

Het geboorte- en sterfjaar van Rafaël zijn omgedraaid in de tentoonstellingstitel. Dat heeft een praktische oorsprong. Ooit leefden in de Scuderie de pauselijke paarden op grootse wijze in de uit meerdere verdiepingen bestaande stallen. Tegenwoordig lopen de bezoekers de marmeren paardentrap op naar de bovenste stallen (in de lagere zitten nu kantoren en de boekwinkel) en beklimmen vervolgens de wenteltrap naar een reeks lage, intieme ruimtes.

De paardentrap in de Scuderie.

Deze ruimtes vormden een logistieke uitdaging, omdat ze precies tegengesteld zijn aan het werk van elke renaissance schilder: Rafaël begon klein en werkte pas de laatste twaalf jaar van zijn leven aan grootschalige projecten. De oplossing van de curatoren getuigt van lef: zij besluiten de tentoonstelling te beginnen met Rafaëls latere monumentale werk en te eindigen met de kleine studies uit zijn jonge jaren.

De tentoonstelling is een van de eerste die een overzicht geeft van Rafaëls veelzijdige werk: zijn beroemde schilderijen, tekeningen, prenten, de sonnetten die hij schreef en de ontwerpen die hij maakte voor gebouwen, beelden en wandtapijten. Rafaël was een renaissance man, een uomo universale, een alleskunner en allesweter, maar het zijn de portretten die je de adem benemen. Ze zijn voor die tijd buitengewoon levendig, hebben karakter en lijken zijn plezier in de eigenaardigheden van de personen die hij vereeuwigde, te onthullen.

Kardinaal Bernardo Dovizi da Bibbiena, Rafaël, ca. 1516.

Kijk naar de springerige haardos van kardinaal Bernardo Dovizi. Deze geleerde en diplomaat is vriend, vertrouweling en privésecretaris van paus Leo X. In dit staatsieportret domineren vanzelfsprekend de tekenen van zijn ambt en positie: de rode moiré-zijden mozzetta, de biretta op het hoofd en een brief met de woorden ‘Sanctissimo d(omi) no nostro Pap…, gericht aan de paus. Dit is een man die weet wat hij wil, wie hij is en waar hij staat. Maar het kleinste onderdeel springt het meest prominent in beeld: de sluwe uitdrukking en scherpzinnige blik, die de autoriteit en intelligentie van de kardinaal benadrukken. Rafaël verleent aan diens statige houding een menselijkheid in de weerbarstige lokken vlassig kroeshaar: dit is een man die graag lacht en door zijn springerige haar lezen we ook vrolijkheid in de ogen.

La Fornarina, ca. 1518-1520.

De curatoren van de tentoonstelling verwerpen de heersende opvatting dat het naaktportret, bekend als La Fornarina, van Rafaël is, of dat de geportretteerde zijn minnares is, ondanks de armband die expliciet zijn naam vermeldt. Margherita Luti, de dochter van een bakker uit Trastevere – vandaar de bijnaam-, was Rafaëls muze en geliefde. Maar de hard glanzende uitvoering en de klungelig uitgevoerde linkerhand doen vermoeden dat dit een van de courtisane portretten is, waarover Vasari schrijft dat Rafaëls leerlingen die voor de leden van de Romeinse demimonde maakten. In een stad van celibataire geestelijken vormden prostituees de grootste vrouwelijke beroepsklasse, en La Fornarina, zoals de curatoren suggereren, verwijst waarschijnlijk eerder naar haar eigen beroep – denk aan een broodje in de oven – dan naar dat van haar vader. Als product van de werkplaats, kwalificeert het schilderij zich zonder meer als ‘een Rafaël’, ook al is de opzichtige signatuur weinig subtiel, zo niet vulgair.

La Velata, Rafaël ca. 1512-1513.

Maar dan La Velata. Als we Rafaëls echte hand willen zien, en zeer waarschijnlijk ook zijn echte geliefde, dan moeten wij ons richten op dit schilderij, afkomstig uit de Galleria Palatina in Florence. Alles is geschilderd in soft focus en zachte texturen, behalve de ongelofelijk grootse, zijden mouw waarvan röntgen onderzoek heeft aangetoond dat het hier om een latere toevoeging gaat. Een toevoeging die het schilderij verheft tot het sublieme. Door deze glanzende mouw tussen de geportretteerde en de toeschouwer te plaatsen, maakt Rafaël de gesluierde vrouw ongrijpbaar. De duidelijke penseelstreken, die in contrast staan met de zachte modellering van het gezicht, benadrukken dat we, hoe levend het gezicht van La Velata ook lijkt, toch naar een schilderij staan te kijken. Van uiteraard een virtuoos meester.

Kathleen Nieuwenhuisen.